Statuten

Catamaran vereniging Hellecat

Duinweg 11B

3220 BD  Hellevoetsluis

HEL4/270988

Naam en Zetel

Artikel 1

  1. De vereniging draagt de naam: Catamaranvereniging “Hellecat”.
  2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Hellevoetsluis.

Duur

Artikel 2

Zij is opgericht op vier oktober negentienhonderd eenentachtig en aangegaan voor onbepaalde tijd.

Doel

Artikel 3

  1. De vereniging stelt zich ten doel de bevordering en het doen beoefenen van de zeilsport, alles in de ruimste zin, met name het zeilen met open catamarans.
  2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:

a. het aanbrengen en het instandhouden van de nodige accommodatie;

b. het organiseren van wedstrijden en tochten;

c. het beleggen van vergaderingen en bijeenkomsten, het houden van cursussen en lezingen;

d. het doen bevorderen van het aanleggen en instandhouden van voor de zeilsport nodige voorzieningen;

e. het contact onderhouden met andere verenigingen die hetzelfde of nagenoeg hetzelfde doel nastreven;

f. andere middelen die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.

Leden en begunstigers

Artikel 4

  1. Gewone leden van de vereniging zijn personen die de zestienjarige leeftijd hebben bereikt.
  2. Aspirant-leden zijn zij die de zestienjarige leeftijd nog niet hebben bereikt.
  3. Ereleden zijn zij die als zodanig door de algemene vergadering zijn benoemd wegens hun verdiensten voor de vereniging of wel wegens het feit zich ten opzichte van het doel dat de vereniging nastreeft bijzonder verdienstelijk te hebben gemaakt.
  4. Leden van verdienste zijn zij die zich bereid hebben verklaard diensten te verrichten voor de vereniging.
  5. Begunstigers zijn zij die zich bereid hebben verklaard de vereniging financieel te steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum bijdrage.
  6. Aspirant-leden, ereleden, leden van verdienste en begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hun bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
  7. Het bestuur houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle leden en begunstigers zijn opgenomen.

Toelating

Artikel 5

  1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van alle leden en begunstigers.
  2. Bij niet-toelating tot lid of begunstiger kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

Einde van het lidmaatschap

Artikel 6

  1. Het lidmaatschap eindigt:

a. door overlijden van het lid;

b. door opzegging van het lid.

Opzegging van het lidmaatschap door een lid geschiedt schriftelijk aan de secretaris;

c. door opzegging namens de vereniging.

Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Opzegging namens de vereniging geschiedt schriftelijk, met opgave van redenen, door het bestuur;

d. door ontzetting.

Deze kan alleen worden uitgesproken, wanneer een lid zodanig handelt of nalaat dat in strijd is met de statuten, reglement- en of besluiten van de vereniging, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur. Betrokkene wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld.

2. Opzegging van het lidmaatschap kan te allen tijde geschieden met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd, indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

3. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit, waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.

4. Van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap of van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door het bestuur op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren, staat de betrokkene binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Einde van de rechten en verplichtingen van leden van verdienste en begunstigers

Artikel 7

  1. De rechten en verplichtingen van een lid van verdienste en van een begunstiger kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat voor een begunstiger de jaarlijkse bijdrage over het lopende verenigingsjaar voor het geheel blijft verschuldigd.
  2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.

Jaarlijkse bijdragen

Artikel 8

  1. Alle leden en begunstigers zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende bijdrage betalen.
  2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.

Rechten van aspirant-leden, ereleden, leden van verdienste en begunstigers

Artikel 9

  1. Aspirant-leden, leden van verdienste en begunstigers hebben het recht alle algemene vergaderingen bij te wonen en daarin het woord te voeren, tenzij de algemene vergadering anders beslist. Zij kunnen geen stemrecht uitoefenen.
  2. Ereleden hebben het recht alle algemene vergaderingen van de vereniging bij te wonen en daarin het woord te voeren. Zij kunnen tevens stemrecht uitoefenen.
  3. Ereleden en aspirant-leden hebben het recht de door de vereniging georganiseerde wedstrijden en andere evenementen bij te wonen en daaraan deel te nemen.
  4. Leden van verdienste en begunstigers hebben dezelfde rechten als genoemd in lid 3 van dit artikel, behalve het deelnemen aan verenigingswedstrijden.

Bestuur

Artikel 10

  1. Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste vijf personen, die door de algemene vergadering uit de leden worden benoemd.
  2. De benoeming van de bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 3 van dit artikel. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tenminste een/tiende gedeelte van de stemgerechtigde leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door de hier bedoelde groep van leden moet uiterlijk vijf dagen voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
  3. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering.
  4. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus.
  5. Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.

Einde bestuurslidmaatschap – periodiek lidmaatschap – schorsing

Artikel 11

  1. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
  2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. Degene die in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. De aftredende is herkiesbaar.
  3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:

a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;

b. door bedanken.

Bestuursfuncties – Besluitvorming van het bestuur

Artikel 12

  1. De voorzitter wordt door de algemene vergadering in functie gekozen. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan. Het bestuur kan voor elk hunner uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan een functie bekleden.
  2. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door het bestuur worden vastgesteld en ten blijke daarvan worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit is niet beslissend.

Bestuurstaak – Vertegenwoordiging

Artikel 13

  1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
  2. Indien het aantal bestuursleden beneden de vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen, waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
  3. Het bestuur is bevoogd onder haar verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
  4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk te maken of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden beroep worden gedaan.
  5. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:

a. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;

b. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet.

6. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter, de secretaris en de penningmeester. Zij kunnen zich daartoe krachtens een schriftelijk gevolmachtigde laten vertegenwoordigen.

Jaarverslag – Rekening en verantwoording

Artikel 14

  1. Het verenigingsjaar loopt van een januari tot en met eenendertig december daaraanvolgend.
  2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
  3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, haar jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over haar in het afgelopen verenigingsjaar gevoerd bestuur.
  4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de stemgerechtigde leden een kascommissie van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De kascommissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
  5. Het bestuur is verplicht aan de kascommissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
  6. De last van de kascommissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere kascommissie.
  7. Het bestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in de leden 2 en 3 van dit artikel, tien jaren lang te bewaren.

Algemene vergadering

Artikel 15

  1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden. n deze vergadering komen ondermeer aan de orde:

a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 14 met het verslag van de aldaar bedoelde kascommissie;

b. de benoeming van de in artikel 14 bedoelde kascommissie voor het

volgende verenigingsjaar;

c. voorziening in eventuele vacatures;

d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.

3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.

4. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte van de stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze als voor de bijeenroeping is voorgeschreven.

Toegang en stemrecht

Artikel 16

  1. Toegang tot de algemene vergaderingen hebben alle leden en begunstigers. Behoudens tot vergaderingen genoemd in artikel 6, lid 4 hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden geen toegang.
  2. Over toelating van andere dan in lid 1 van dit artikel bedoelde personen beslist de vergadering.
  3. Ieder lid dat niet geschorst is, heeft een stem.
  4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen. Een gemachtigde kan niet meer dan een lid vertegenwoordigen.
  5. Een lid mist stemrecht over zaken, die hem, zijn echtgenoot of een van zijn bloedverwanten in rechte lijn betreffen.
  6. Aspirant-leden, leden van verdienste en begunstigers kunnen geen stemrecht uitoefenen.

Voorzitterschap en Notulen

Artikel 17

  1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter of diens plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en diens plaatsvervanger, dan treedt een van de andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
  2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter aangewezen persoon notulen gemaakt, die in de eerstvolgende algemene vergadering worden vastgesteld en alsdan door de voorzitter en de notulist worden ondertekend.

Besluitvorming van de algemene vergadering

Artikel 18

  1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid van dit artikel bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
  4. Blanko en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
  5. Indien bij stemming over personen niemand de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd, wordt zo nodig na een of meer tussenstemmingen, een volgende stemming gehouden tussen de twee personen, die de meeste stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij de laatste stemming de meeste stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die laatste stemming de stemmen staken, beslist het lot.
  6. Indien stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het voorstel verworpen.
  7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een van de stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.

Bijeenroeping van de algemene vergadering

Artikel 19

  1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt hetzij schriftelijk aan de adressen van alle leden en begunstigers volgens het ledenregister bedoeld in artikel 4, hetzij bij advertentie in een ter plaatse veel gelezen dagblad of in het clubblad, hetzij door een mededeling op het in het gebouw van de vereniging aanwezige mededelingenbord.
  2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.

Statutenwijziging

Artikel 20

  1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt tenminste zeven dagen.
  2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de dag van de vergadering een afschrift van dat voorstel op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld bij de oproep tot de desbetreffende vergadering aan alle leden toegezonden.
  3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van alle stemgerechtigde leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn. Zijn niet tenminste twee/derde van het aantal leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
  4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoogd.

Ontbinding

Artikel 21

  1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het vorig artikel is van overeenkomstige toepassing.
  2. Het batig saldo na vereffening zal worden bestemd voor door de algemene vergadering te bepalen doeleinden, zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de vereniging, tenzij de algemene vergadering bij het besluit tot ontbinding anders beslist, een en ander met inachtneming van hetgeen door de wet wordt bepaald.

Huishoudelijk reglement

Artikel 22

  1. De algemene vergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent alle onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.
  2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.

Slotbepaling

Artikel 23

De vereniging kan in naam van de leden verplichtingen aangaan voorzover die verplichtingen voortvloeien uit de omstandigheden dat de vereniging lid is van de Nederlandse Federatie van Brandingwatersportverenigingen.